Slag Om De Schelde
De Slag om de Schelde wordt ook wel de “vergeten slag” genoemd. Op deze pagina kun je meer lezen over het hoe, wat en waarom van de gebeurtenissen in het najaar van 1944.
Logistiek belangrijke Westerschelde
De Slag om de Schelde was een militaire operatie in het noorden van België en het zuidwesten van Nederland aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Deze slag was de grootste operatie op Nederlands grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden wilden de Scheldemonding vrij maken van strijdkrachten van nazi-Duitsland zodat Antwerpen de belangrijke geallieerde aanvoerhaven zou worden voor de geallieerde legers.
De stad Antwerpen was al bevrijd voor Operatie Market Garden maar het gebied van de Scheldemonding tot de stad nog niet. De bevrijding van de Scheldemonding werd opgedragen aan het Canadese 1e Leger, en zou vitaal zijn voor de geplande doorbraak door de Siegfriedlinie, aangezien de geallieerde bevoorradingslijnen nog steeds terugliepen tot aan de landingsstranden in Normandië.
Na vijf weken met enkele van de moeilijkste gevechten uit de gehele oorlog, waaronder een aantal amfibische landingen en aanvallen over open terrein, werd de slag gewonnen door de Canadezen, Polen en Britten van het Canadese 1e Leger, het Franse 1er Bataillon Fusiliers Marins Commando onder bevel van kapitein Philippe Kieffer en Belgische, Nederlandse en Noorse commando’s van No. 10 (Inter-Allied) Commando. Drie weken later werd de haven van Antwerpen geopend voor de geallieerde scheepvaart. Hoewel deze slag minder bekend is dan andere veldslagen, was hij essentieel om de geallieerde legers van voorraden te voorzien waarmee de operatie op het front in West-Europa kon worden voortgezet.
Noodzaak
Op 6 juni 1944 (D-day) landden geallieerde strijdkrachten, waaronder de Canadese 3e Infanteriedivisie en de Canadese 2e pantserbrigade van het Canadese 1e Leger, op Juno Beach in Normandië in Frankrijk. Na de uitbraak uit het Normandische bruggenhoofd leverde het Canadese 1e Leger slag om Caen en Falaise en de Zak van Falaise. Terwijl het aantal geallieerde troepen aangroeide tot honderdduizenden, kreeg het Canadese 1e Leger de taak de kustgebieden te bevrijden van Duitse troepen en de kanaalhavens te openen voor de geallieerde scheepvaart.
Aan de linkerflank van het geallieerde leger vechtend, rukten de Canadezen snel op richting België. Begin september werden de Canadezen welkom geheten in Dieppe. Ze lieten enkele eenheden achter ter beveiliging van de havens, en rukten op naar Oostende, Brugge en Gent in België.
Per 1 oktober waren de havensteden Boulogne, Cap Gris-Nez, Calais en Duinkerke in geallieerde handen. De Duitsers hadden echter de havenfaciliteiten in deze havenplaatsen grondig onbruikbaar gemaakt.
Ondertussen was het Britse Tweede Leger opgerukt tot in Zuid-Nederland. Op 17 september landden een Britse en twee Amerikaanse luchtlandingsdivisies, samen met een Poolse brigade, achter de Duitse linies bij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem. Deze landingen, codenaam Operatie Market Garden, hadden als doel een brug over de Rijn bij Arnhem in handen te krijgen en door te stoten naar het Duitse Ruhrgebied. De operatie mislukte, bij Arnhem werden 1.400 van de 11.000 gelande Britten gedood en werd ruim 6.000 man krijgsgevangen gemaakt. De hoop op een spoedig einde van de oorlog vervloog.
Het veroveren van een belangrijke havenstad werd nu een topprioriteit met de lange aanvoerlijnen en de winter in het vooruitzicht. Het Britse Tweede Leger had Antwerpen met haar havens op 4 september nog bijna intact in handen kunnen krijgen. De haven van Antwerpen, de tweede haven van Europa, met 45 km aan dokken en kades, zou een ideale aanvoerhaven zijn voor de geallieerde bevoorrading. En omdat de belangrijkste aanvoerlijnen nog steeds terugliepen naar Normandië, werd het openen van de Antwerpse haven iedere dag belangrijker.
De Duitsers beheersten echter nog de oevers van de Westerschelde, de zeearm tussen Antwerpen en de Noordzee. Het zou nodig zijn om beide zijden van de toegangsweg in handen te krijgen. Het zou een van de zwaarste operaties worden uit de Tweede Wereldoorlog, omdat Hitler persoonlijk opdracht had gegeven om “mit allen denkbaren Mitteln die Westerschelde zu sperren”. Betoonde lafheid zou worden bestraft.
Openen van de Westerschelde
Op 12 oktober 1944 kreeg het Canadese 1e Leger onder commando van luitenant-generaal Guy Simonds (in plaats van generaal H.D.G. Crerar die ernstig ziek in Engeland zat), de taak de Scheldemonding van Duitse troepen te zuiveren. Het Eerste Leger bestond uit het Canadese 2e Legerkorps (met daarin onder andere de Poolse 1e Pantserdivisie, de Britse 49e Infanteriedivisie en de Britse 52e (Laagland) Divisie) en het Britse 1e Legerkorps.
De Slag om de Schelde was een complexe militaire campagne die uit verschillende fasen bestond. Elke fase had als doel de Duitsers verder terug te dringen en uiteindelijk de Westerschelde te openen voor de geallieerde scheepvaart. Laten we de belangrijkste operaties eens nader bekijken:
Operaties

Gevechten ten noorden van Antwerpen
Op 2 oktober begon de 2e Canadese Infanteriedivisie op te trekken vanuit Antwerpen om de toegang tot Zuid-Beveland te bereiken en dat te veroveren. Ondanks sterke tegenstand leek het doel van de eerste fase, het dorpje Woensdrecht, op 6 oktober binnen bereik, men was Woensdrecht tot op 5 km genaderd. De Duitsers bleken echter vastbesloten Woensdrecht als toegang tot Zuid-Beveland en Walcheren te verdedigen.
De Canadezen leden zware verliezen toen ze over open, geïnundeerd land aanvielen. Stromende regen, boobytraps en landmijnen maakten oprukken erg moeilijk. Op 13 oktober leed het Black Watch Battalion van de Canadese 5e Infanteriebrigade in felle gevechten zulke zware verliezen dat het bijna ophield te bestaan. Deze slachting staat in de Canadese militaire annalen bekend als “Black Friday” (zwarte vrijdag).
Op 16 oktober werd de slotaanval op Woensdrecht ingezet, met steun van een immense artilleriebeschieting. Woensdrecht en het naburige dorp Hoogerheide werden hierbij grotendeels verwoest. Terwijl de geallieerde artillerie de beschieting uitvoerde, soms maar enkele meters van de posities van de geallieerde troepen, vielen de Duitsers terug.
Woensdrecht werd ingenomen en veiliggesteld, de Duitse troepen op Zuid-Beveland en Walcheren waren bijna van het vasteland afgesneden en de Canadezen hadden hun eerste doel bereikt. Ze hadden hiervoor echter wel een zware prijs betaald.
Bron: Wikipedia.

Operatie Switchback: Vrijmaken van de “Breskens Pocket”
Operatie Switchback begint in de vroege ochtend van 6 oktober. Om 3.00 uur geallieerde tijd
beginnen de Canadezen vanuit hun posities ten zuiden van het Leopoldkanaal een zware
beschieting, waarbij 327 stukken geschut worden ingezet.
De kanonnen staan gericht op de Duitse stellingen langs het Leopoldkanaal en op de dorpen in West-Zeeuws-Vlaanderen, waar troepenconcentraties en commandocentra worden vermoed. Achteraf is uitgerekend dat elk stuk geschut die zesde oktober gemiddeld 135 salvo’s afvuurde.
Tot op Walcheren en Schouwen-Duiveland is de intense beschieting zichtbaar en hoorbaar. Door de luchtdruk ook vaak voelbaar. Op Aardenburg, Sluis, Oostburg, IJzendijke, Schoondijke, Nieuwvliet, Zuidzande en Waterlandkerkje regent het die ochtend granaten.
Het plan is: het Leopoldkanaal oversteken bij Strobrugge, en vandaaruit richting Aardenburg en Sluis oprukken. Een tweede aanval vanuit Terneuzen met amfibievaartuigen, die bij Hoofdplaat landen en dan naar Breskens optrekken. Als dat gelukt is heel West-Zeeuws-Vlaanderen en uiteindelijk Knokke en Zeebrugge bevrijden.
Bron: Zeeland Bevrijd via www.oorlogzeeland.nl.

Operatie Vitality I en II : Verovering van Zuid-Beveland
Hierbij was sprake van een tweeledige actie: operatie Vitality I behelsde een directe aanval over de Kreekrakdam, uitgevoerd door de Canadese 2e divisie en Vitality II, een landing met amfibische voertuigen uitgevoerd door de Canadese 3e divisie op de zuidoost oever van Zuid-Beveland bij Baarland.
De Duitsers hadden stellingen betrokken aan het begin van de Kreekrakdam en inundatie toegepast bij Rilland en langs het Kanaal door Zuid-Beveland. Het kanaal was de hoofdverdedigingslinie. Op 24 oktober om 4.30 uur startte de aanval na de gebruikelijke inleidende beschietingen op de Kreekrakdam.
Bron: Zeeland Bevrijd via www.oorlogzeeland.nl.

Operatie Noname: Slag om de Sloedam
Om 02.00 op 31 oktober verlaten de laatste Duitsers via de Sloedam Zuid-Beveland. Om 10.20 van diezelfde dag start de bloedige slag om de Sloedam door het Royal Regiment van Canada.
De mannen worden telkens teruggedrongen en kunnen geen bruggenhoofd vestigen op Walcheren. Net voor middernacht nemen de Calgary Highlanders de aanval over maar ook zij lopen zich vast op de sterke verdediging van de Duitsers.
Op 2 november wordt de aanval overgenomen door de het Regiment de Maissoneuve. Ze krijgen een aantal mannen over de Dam maar deze raken afgesneden van de rest. De Canadezen treden terug en de aanval wordt overgenomen door de Schotten van de Glasgow Highlanders.
Ook zij komen niet verder. Pas na operatie Mallard, de oversteek van het Sloe, veranderd het strijdtoneel. De Duitsers worden nu ook van de zijkant bedreigd en trekken zich terug.
Bron: Zeeland Bevrijd via www.oorlogzeeland.nl.

Operatie Mallard: Oversteek van het Sloe
Nadat de troepen op de Sloedam gedurende 3 dagen nauwelijks vorderingen hebben gemaakt wordt op 3 november operatie Mallard uitgevoerd.
Op 1 november is besloten om een alternatieve oversteek voor te bereiden onder de naam operatie Mallard. Via de slikken van het Sloe bereiken de mannen van de Cameronians op 3 november Walcheren.
De Duitsers krijgen nu te maken met aanvallen op meerdere plaatsen wat de mannen op de Sloedam lucht geeft. De Sloedam wordt veroverd en de Schotten trekken Walcheren in. De Canadezen worden uit de strijd genomen. Ze vertrekken naar België om te herstellen en worden vervolgens buiten Zeeland opnieuw ingezet.
Bron: Zeeland Bevrijd via www.oorlogzeeland.nl.

Operatie Infatuate I en II: Inname van Walcheren via Vlissingen en Westkapelle
Operatie Infatuate I begon in de vroege morgen van 1 november 1944 vanuit de haven van Breskens. Om kwart voor vijf ’s morgens verlieten de eerste landingsschepen de Breskense haven. Tegelijkertijd werd vanuit Breskens een inleidende artilleriebeschieting op de Duitse stellingen in Vlissingen uitgevoerd.
Na de landing van een kleine verkenningseenheid landde de eerste aanvalsgolf rond 6:35 uur op het strandje bij de Oranjemolen in Vlissingen dat werd aangeduid met codenaam ‘Uncle Beach’. De aanval op Vlissingen werd uitgevoerd door commando’s van het Britse No. 4 Commando waaronder ook Franse en Nederlandse militairen (No 2 (Dutch) Troop).
Op 1 november om 03.15 uur gaat operatie Infatuate II van start. Om 08.20 uur openen de Warspite en de Roberts het vuur op de kustbatterijen. De batterijen W15 (Westkapelle) en W17 (Domburg) worden uitgeschakeld.
Even na 10.00 uur bereikt het eerste landingsvaartuig de kust van Westkapelle. Er zijn dan al negen ondersteuningsvaartuigen gezonken en elf uitgeschakeld. De oorlogsschepen openden het vuur om het vuur van de kustbatterijen weg te lokken van de landingstroepen die het toch al moeilijk hadden een 400 meter breed gat in de dijk te veroveren, terwijl ze eerst tussen de mijnen door de kust moesten bereiken. Aan het eind van de dag was Westkapelle bevrijd.
Bron: Zeeland Bevrijd via www.oorlogzeeland.nl.

Operatie Mobbing up: bevrijding Domburg – Vrouwenpolder
Bij Domburg stokte de aanval door felle Duitse tegenstand. Twee Sherman- en Churchilltanks schakelden de mitrailleurnesten en verzetshaarden in Domburg uit. In de bossen ten noorden van de kustplaats en vanuit batterij W18 werden de geallieerden nog drie dagen bestookt.
Pas op 6 november gaven de Duitsers zich over. 300 Duitse soldaten werden gevangen genomen.
Het laatste Duitse bolwerk was batterij W19 bij Vrouwenpolder. Op 8 november gaven de troepen zich daar over. Ruim 900 man werden krijgsgevangen gemaakt. Er waren ruim 170 gesneuvelde commando’s en 425 gewonden.
Bron: Zeeland Bevrijd via www.oorlogzeeland.nl.

Operatie Calendar: mijnen opruimen
Het doel van deze operatie was het mijnenvrij maken van de zeventig kilometer lange waterweg tussen Antwerpen en de Scheldemond. Deze operatie, die onder commando stond van de Britse Captain H. Hopper, begon op 2 november.
Aan deze omvangrijke mijnenveegoperatie namen tien flottieljes deel: negen Britse en één Nederlandse. Het Nederlandse flottielje bestond uit de mijnenvegers Hr. Ms. Beveland, Hr. Ms. Terschelling (II), Hr. Ms. Texel (II) en Hr. Ms. Vlieland en stond onder bevel van luitenant-ter-zee der 1e klasse A.A. Oepkes.
In totaal namen meer dan honderd vaartuigen deel aan deze mijnenveegactie.
Bron: Zeeland Bevrijd via www.oorlogzeeland.nl.
Afronding
De Canadese militairen kregen door hun gevechten in deze waterige terreinen de bijnaam “waterratten”. De combinatie van uitgebreide Duitse fortificaties en onder water gezet, modderig terrein leidde tot afschuwelijke, bloedige gevechten.
Veldmaarschalk Bernard Montgomery merkte op: “De Canadezen hebben zich magnifieke vechtjassen betoond. Het vrijmaken van de Schelde was een taak die alleen door eerste klas troepen kon worden uitgevoerd. Tweede klas troepen zouden gefaald hebben.”
Sommige historici beschouwen het terrein waar de gevechten werden geleverd als het moeilijkste gevechtsterrein uit de gehele Tweede Wereldoorlog. Aan het eind van het vijf weken durende offensief had het winnende Canadese 1e Leger 41.043 gevangenen gemaakt, maar 12.873 man verloren (gedood, gewond of vermist), waaronder 6.367 Canadezen.
Het eerste konvooi op 28 november was het begin van een continue stroom van bevoorrading. Hiermee kon de vastgelopen aanval op de Duitse Siegfriedlinie nieuw leven worden ingeblazen. Duitsland onderkende het belang van de beschikbaarheid van een diepwaterhaven voor de geallieerden. In een poging deze te vernietigen, vuurden zij op Antwerpen meer V2-raketten af dan op enige andere stad. In feite werd bijna de helft van alle tijdens de Tweede Wereldoorlog gelanceerde V2s op Antwerpen afgevuurd. De haven van Antwerpen was strategisch zo belangrijk, dat zij een van de hoofddoelen van het Ardennenoffensief was.
De geallieerde opperbevelhebber generaal Dwight D. Eisenhower zei, “het einde van het nazidom kwam duidelijk in zicht toen het eerste schip ongehinderd de Schelde opvoer.”
Bron: Wikipedia.
Bioscoopjournaal
In deze video een Canadees bioscoopjournaal uit het najaar van 1944 over de strijd die het 1e Canadese leger, met toegevoegde Britse en Poolse eenheden, heeft geleverd in Zeeland om de Schelde vrij te krijgen voor doorvaart naar Antwerpen.
BRON VIDEO: The Canadian Encyclopedia via Youtube.